Vier jaar. Zolang al houdt mijn liefste vriendje het met mij uit. Vandaag, vier jaar geleden, om een uur of 3 in de ochtend, eiste ik voor het eerst zijn aandacht op en ik tot op vandaag doe ik dat nog steeds. Met wisselend succes.
Vier jaar al, delen wij lief en leed. Wij gingen een keer (of twee) reis, wij gingen samenwonen, wij kochten een huis (of twee), wij braken een huis (of twee) af, wij bouwden een nieuw huis, … Wij doen dus veel leuke en grootse dingen samen. We lachen ook vaak samen, net zoals we soms huilen samen. We roepen van tijd al eens lelijke dingen naar elkaar, we vechten ook al eens, maar over ’t algemeen zijn we nogal behoorlijk relatief overgelukkig samen.
Ik zou u al mijn lief zijn positieve punten kunnen opnoemen, maar dan zou ik al veel tijd over moeten hebben. Ik zou u kunnen zeggen hoe knap en hoe lief hij wel niet is, maar dan ben ik bang dat er één van jullie hem van mij komt afpakken. Ik zou ook zijn negatieve punten kunnen opnoemen, of zijn irritante trekjes met u delen of nogmaals benadrukken dat ie écht wel een gigantisch ochtendhumeur heeft, maar dan vrees ik represailles.
Vier jaar dus. Vandaag. Ge moogt mij feliciteren met de goeie vangst, maar ik denk dat hij uw felicitaties meer verdient. Ik kan namelijk af en toe nogal een lastig vrouwmens zijn. Soms. Zelden.